Stilistiek
Niveau BA2/3 of Pre-MA
EC 5
Docent(en)
Esther op de Beek, Ronny Boogaart, Maarten van Leeuwen en Geert Warnar (Universiteit Leiden)
Looptijd
week van 1 februari 2025 – 1 juli 2025
Doelen
Aan het einde van de cursus Stilistiek kan de student:
- verschillende definities van stijl geven, uitleggen en met elkaar vergelijken;
- de behandelde stijlmiddelen identificeren en analyseren;
- de effecten van stijlkeuzes analyseren, waardoor u relaties kunt leggen tussen het macro- en het microniveau van de tekst;
- stijlkeuzes en de effecten ervan analyseren in uiteenlopende tekstsoorten;
- bepalen welke onderzoeksmethoden, die in de cursus aan bod gekomen zijn, geschikt zijn voor uiteenlopende onderzoeksvragen binnen het domein van de stilistiek;
- zelf schrijfadviezen uit het Handboek Stijl (Burger en De Jong, 2009)toepassen op zelfgeschreven teksten, en gemaakte keuzes motiveren;
- toepassingen bedenken voor het onderwijs (om leerlingen te leren stijlkeuzes te analyseren, zelf toe te passen en te motiveren).
Omschrijving van de cursus
Is stijl slechts de versiering van een gedachte? Welke stijlmiddelen zitten er in de gereedschapskist van veelbesproken redenaars als Jesse Klaver of Geert Wilders? Hoe kunnen we de vertelstijlen van Van der Heijden en Voskuil – en de effecten ervan – typeren? De cursus Stilistiek biedt een kennismaking met diverse stijlopvattingen en een wetenschappelijke benadering van stijl, toegepast door taalkundigen, letterkundigen en taalbeheersers. Studenten leren stijlverschillen en hun effecten te analyseren in uiteenlopende tekstsoorten (literair en zakelijk) en media (boeken, tijdschriften, kranten, rapporten, speeches, brieven). Ook oefenen de studenten hun eigen, productieve stilistische vaardigheden: in een deel van de oefeningen zullen de deelnemers stijladviezen toepassen en pastiches maken.
Werkvorm
Fysieke startbijeenkomst, dan 4 x 2 online bijeenkomsten met verschillende docenten (taalkunde, taalbeheersing, moderne en oudere letterkunde).
Dag waarop face-to-face bijeenkomsten plaatsvinden
nnb
Toetsing
De cursus wordt getoetst met vier instuuropdrachten (weging: 4x 25%). De opdrachten zijn gericht op de toepassing van de theorie en van stijladviezen op basis van een analyse van (deels door de studenten zelf aangedragen) casussen.
Literatuur
Burger en de Jong, Handboek Stijl (2009).
Daarnaast: een selectie artikelen en handboekhoofdstukken, begeleidende kennisclips en zelftoetsen.